Door: Opinie ( CDM) 22-4-2025
Het overheidspensioen blijft een gevoelig onderwerp in het maatschappelijk debat. Terwijl sommige stemmen pleiten voor een gelijkschakeling met de pensioenen in de private sector, wijzen anderen op het specifieke karakter van het overheidspensioen als een vorm van uitgesteld loon. Vooral bij bepaalde functies, zoals die van magistraten, leidt dat spanningsveld tot felle discussies.
Vanuit het principe van gelijkheid klinkt het logisch: waarom zou een ambtenaar een hoger pensioen ontvangen dan een werknemer in de privésector die een gelijkaardige functie uitoefent? In die redenering passen voorstellen tot hervorming die de pensioenen van ambtenaren meer in lijn willen brengen met die van andere statuten. Dat zou ook de perceptie van onrechtvaardigheid onder burgers kunnen verminderen.
Maar deze redenering houdt onvoldoende rekening met de specifieke arbeidsvoorwaarden van ambtenaren, en vooral met hoe hun verloningsstructuur historisch is opgebouwd.
Voor ambtenaren geldt vaak dat de actieve loonverloning gematigder is dan in de private sector. Het overheidspensioen compenseert dat gedeeltelijk in de vorm van een vaste beloning na de loopbaan. In die zin wordt het pensioen ervaren als "uitgesteld loon", een vorm van langetermijncompensatie die het geheel van de loopbaan beloont. Het is dus niet zomaar een sociale verworvenheid, maar een essentieel onderdeel van de arbeidsovereenkomst tussen overheid en ambtenaar.
De discussie wordt nog gevoeliger bij groepen zoals magistraten. Hun onafhankelijkheid is een grondwettelijk principe, en hun wedde- en pensioenregeling is daar historisch op afgestemd. De hoge pensioenbedragen worden vaak als excessief ervaren door de publieke opinie, maar volgens de betrokkenen zijn ze een garantie voor onafhankelijkheid en integriteit.
Magistraten wijzen erop dat hun loonstructuur lange tijd bewust lager werd gehouden dan vergelijkbare beroepen, en dat hun pensioen de latere compensatie vormt. Hervormingen aan hun pensioenregeling raken dus niet alleen aan financiële belangen, maar ook aan fundamentele institutionele waarborgen.
De roep naar hervorming komt er in een context van budgettaire krapte en vergrijzing, waardoor het hele pensioenstelsel onder druk staat. Tegelijk groeit de behoefte aan een coherent beleid dat zowel rechtvaardigheid tussen sectoren als erkenning van specifieke beroepen garandeert. Een louter cijfermatige benadering schiet daarbij tekort.
Het overheidspensioen moet niet worden verdedigd of aangevallen in absolute termen. Wat nodig is, is een open debat over loonstructuren, werkvoorwaarden, verwachtingen en beloningen. De overheid als werkgever moet keuzes maken over hoe zij talent aantrekt, motiveert en beloont — over de hele loopbaan.
Een hervorming die het evenwicht bewaart tussen loopbaaninzet, maatschappelijke verantwoordelijkheid en pensioenrechten, is mogelijk, maar vereist nuance. Zeker als ze het vertrouwen in de publieke dienstverlening wil behouden of herstellen.
Bron: VRT-nieuws, donderdag 17 april 2025, Magistraten die bazooka bovenhalen nu regering hun (top)pensioenen in vizier neemt: is de woede terecht of misplaatst?
Bron: VRT-nieuws, 22 april 2025, "Geen budget voor nietjesmachine, pensioen is enige troef": Jonge magistraten uiten ongenoegen in open brief
Lees ook: Federale Pensioendienst, aanpassingen januari 2025.