Bij de nieuwe Vlaamse Regering blijft het streven naar een efficiëntere overheid centraal staan. Dit vertaalt zich in maatregelen om de administratieve lasten te verlagen, niet alleen voor de overheid zelf maar ook voor burgers en bedrijven. De reorganisatie en fusie van overheidsdiensten om overlappingen te vermijden, is een duidelijke tendens. Toch lijkt de tendens van personeelsbesparingen gekeerd.
‘Koppenbesparing’ heeft zijn grenzen
In de voorbije regeerperiodes is ingezet op ‘koppenbesparing’, maar die eerder lineaire methode botst nu op haar grenzen. Politiek verantwoordelijken en leidend ambtenaren moeten meer vrijheid en verantwoordelijkheid krijgen om in de bestaande (te indexeren) personeelskredieten keuzes te maken in functie van kerntaken. Waar externen kunnen vervangen worden door internen, zetten we werkingsbudgetten om in bijkomende loonbudgetten. Efficiëntiewinsten bij het personeel kunnen worden heringezet voor beleidsinitiatieven. Zo geven we de leidend ambtenaren een grotere autonomie bij de inzet van hun middelen (resource planning). Uiterlijk 6 maanden na de start van de regering legt het Voorzitterscollege een voorstel neer van budgetverschuivingen tussen beleidsvelden in functie van beleidsprioriteiten die vastgelegd worden door de Vlaamse Regering. We investeren in een permanente dialoog tussen het topkader van de Vlaamse overheid en de Vlaamse Regering om samen de overheid van morgen vorm te geven.
Vragen bij inhuren van externen
Het besparen op ambtenaren en tegelijkertijd meer uitgeven aan externe consultants roept vragen op over de efficiëntie en duurzaamheid van deze strategie. Hoewel het inhuren van consultants flexibiliteit en expertise kan bieden, zijn de kosten vaak hoger dan het inzetten van interne krachten. Bovendien gaat waardevolle kennis en ervaring verloren wanneer er te veel afhankelijkheid is van externen. Dit ondermijnt de langetermijnopbouw van expertise binnen de overheid zelf. Ook kan het voortdurende inschakelen van consultants leiden tot een gebrek aan continuïteit en interne verantwoordelijkheid, wat de effectiviteit van beleid en uitvoering kan schaden.
In samenhang met het aantal personeelsleden scherpt de Vlaamse Regering ook het kader voor het inhuren van consultants aan. “Opdrachten worden in principe door de overheid zelf uitgevoerd, eventueel door een ander departement of een andere overheidsdienst die de nodige kennis en kunde in huis heeft, tenzij bewezen is dat het kostenefficiënter en/of aangewezen is om die opdrachten uit te besteden. Binnen de 6 maanden na de start van de regering leggen de minister-president en de minister van Bestuurszaken en Kanselarij op advies van het Voorzitterscollege bindende richtlijnen voor aan de regering met betrekking tot het inhuren van die externe expertise. “
Bron: Regeringsverklaring Vlaamse Regering, 2024-2029