De stopzetting van het zevende jaar in het secundair onderwijs in Vlaanderen baart werkgevers en scholen grote zorgen. Deze maatregel is een onderdeel van de modernisering van het secundair onderwijs en zal vanaf het schooljaar 2025-2026 van kracht worden voor de arbeidsmarktfinaliteit (voormalig BSO) en de dubbele finaliteit (voormalig TSO).
Waarom trekken werkgevers en scholen aan de alarmbel?
- Verlies aan gespecialiseerde arbeidskrachten: Het zevende jaar bood leerlingen in het BSO en TSO de kans om zich verder te specialiseren in een bepaald beroep en extra praktijkervaring op te doen via stages. Werkgevers vrezen dat de afschaffing van dit jaar zal leiden tot minder goed voorbereide jongeren op de arbeidsmarkt, wat de druk op bedrijven enorm vergroot om zelf in bijscholing te voorzien.
- Impact op duale leertrajecten: Het zevende jaar was vaak een logische stap na duale leertrajecten in het zesde jaar, waarbij leerlingen al een aanzienlijk deel van hun opleiding op de werkvloer doorbrachten. De stopzetting kan de doorstroom naar de arbeidsmarkt via deze weg bemoeilijken.
- Minder kansen voor leerlingen: Scholen vrezen dat sommige leerlingen die nog niet volledig klaar zijn voor de arbeidsmarkt na het zesde jaar, minder kansen zullen krijgen zonder de extra specialisatie en maturiteit die het zevende jaar bood.
- Organisatorische uitdagingen: Voor scholen betekent de hervorming een herziening van hun studieaanbod en de organisatie van de derde graad.
Standpunt van de onderwijskoepels:
De onderwijskoepels zijn nauw betrokken bij de modernisering van het secundair onderwijs. Hoewel ze het belang van een kwaliteitsvolle voorbereiding op de arbeidsmarkt erkennen, benadrukken ze ook de kansen die de nieuwe structuur biedt. Zo wordt er meer ingezet op duaal leren en flexibele trajecten. Het is echter duidelijk dat de stopzetting van het zevende jaar, in de huidige vorm, vragen en bezorgdheden oproept binnen het onderwijsveld.
Alternatieven en de toekomst:
- Nieuwe zevende jaren: In de gemoderniseerde structuur komen er nieuwe zevende jaren, maar deze zijn ofwel gericht op doorstroom naar het hoger onderwijs (OK4) of op verdere specialisatie met het oog op de arbeidsmarkt (OK3). De focus en de inhoud kunnen verschillen van de vroegere zevende jaren.
- Graduaatsopleidingen: Als alternatief voor het zevende jaar kunnen leerlingen na het secundair onderwijs ook kiezen voor een graduaatsopleiding in het hoger beroepsonderwijs. Dit zijn praktijkgerichte opleidingen van twee jaar die nauw aansluiten bij de noden van de arbeidsmarkt.
- Duaal leren: De modernisering zet sterk in op de uitbouw van kwaliteitsvolle duale leertrajecten in de derde graad, waarbij leerlingen een aanzienlijk deel van hun opleiding op de werkvloer doorbrengen. Dit kan een manier zijn om de verloren praktijkervaring van het zevende jaar deels op te vangen.
- Volwassenenonderwijs en andere opleidingen: Ook na het secundair onderwijs blijven er mogelijkheden voor jongeren om zich verder te specialiseren via het volwassenenonderwijs (bijvoorbeeld bij Syntra of de VDAB) of via andere specifieke beroepsopleidingen.
Bronnen:
-Vlaanderen.be: De 7de leerjaren: verder studeren in het secundair onderwijs
-De Standaard. Werkgevers en scholen trekken aan alarmbel over stopzetting zevende jaar: “Vergroot de druk op bedrijven enorm”