Indexcijfer der consumptieprijzen - Inflatievooruitzichten [01/03/2022]
De onderstaande inflatievooruitzichten van maart 2022 tot december 2023 die door het Federaal Planbureau werden opgesteld zijn gebaseerd op observaties tot februari 2022 van Statbel. Die vooruitzichten houden rekening met termijnmarktnoteringen van 25 februari 2022. De olieprijs zou gemiddeld 91 dollar per vat bedragen in 2022 en 81 dollar per vat in 2023. De wisselkoers van de euro zou uitkomen op gemiddeld 1,13 dollar per euro in 2022 en 1,15 dollar per euro in 2023.
Op basis van die maandvooruitzichten zou de gemiddelde jaarinflatie (nationaal indexcijfer der consumptieprijzen, NICP) in 2022 op 6,2% en in 2023 op 1,5% uitkomen, tegenover 2,44% in 2021 en 0,74% in 2020. De groeivoet van de zgn. 'gezondheidsindex' - die onder meer gebruikt wordt bij de berekening van de indexering van lonen, sociale uitkeringen en huurprijzen - zou in 2022 gemiddeld 6,0% en in 2023 1,7% bedragen, tegenover 2,01% in 2021 en 0,99% in 2020.
In februari 2022 werd de spilindex voor de overheidswedden en sociale uitkeringen laatst bereikt. Als gevolg daarvan zullen de sociale uitkeringen in maart 2022 en de wedden van het overheidspersoneel in april 2022 met 2% aangepast worden aan de gestegen levensduurte. Overeenkomstig onze maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de spilindex (momenteel 116,04) bereikt worden door de afgevlakte gezondheidsindex (zoals gedefinieerd in de wet van 23.04.2015 tot verbetering van de werkgelegenheid, Belgisch Staatsblad van 27.04.2015) in juli 2022. Als gevolg daarvan zouden de sociale uitkeringen in augustus 2022 en de wedden van het overheidspersoneel in september 2022 met 2% aangepast worden aan de gestegen levensduurte. De volgende spilindex (118,36) zou bereikt worden in april 2023. Als gevolg daarvan zouden de sociale uitkeringen in mei 2023 en de wedden van het overheidspersoneel in juni 2023 opnieuw met 2% aangepast worden aan de gestegen levensduurte. De daaropvolgende spilindex (120,73) zou niet overschreden worden in 2023.
Wat verklaart de opwaartse herziening van de inflatievooruitzichten?
De hogere inflatievooruitzichten zijn vooral een gevolg van de verdere stijging van de energieprijzen.
Houden deze inflatievooruitzichten rekening met de impact van de Oekraïne-crisis op de grondstoffenprijzen?
De inflatievooruitzichten houden rekening met de reacties van de financiële markten tot en met 25 februari 2022 op de oorlog in Oekraïne. De situatie wijzigt echter elke dag en is zeer onzeker, waardoor de hypothesen achter de inflatievooruitzichten (zoals de groothandelsprijzen voor aardgas- en elektriciteit) bijzonder volatiel zijn.
Hoe zeker kan men zijn van de voorziene overschrijdingen van de spilindex?
Momenteel wordt voorzien dat spilindex 116,04 wordt overschreden in juli 2022 en dat spilindex 118,36 wordt overschreden in april 2023. Zowel na april 2022 als na april 2023 kent de afgevlakte index een bijna vlak verloop dat dicht bij de spilindex ligt. Elke op- of neerwaartse aanpassing van de inflatievooruitzichten kan daarom leiden tot een vroegere of latere overschrijding van de spilindex.